Belanghebbende bij verzoek om openbaarmaking geheimgehouden stukken

Degene die verzoekt om openbaarmaking van documenten waarvan geheimhouding is opgelegd, moet als belanghebbende worden aangemerkt. Het verzoek om openbaarmaking moet bovendien tevens worden opgevat als verzoek om opheffing van de geheimhouding. Dit oordeelde de Raad van State in een uitspraak van 23 november 2016 (201507807, ECLI:NL:RVS:2016:3140).

De Raad van State wijkt hiermee af van eerdere rechtspraak. Eerder oordeelde de Raad van State namelijk dat besluiten tot het opleggen van geheimhouding en tot het weigeren van de opheffing daarvan primair zijn gericht tot de leden van de raad. Het is namelijk de raad die op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in een besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan de raad worden overgelegd, geheimhouding kan opleggen.

Besluiten tot het opleggen van geheimhouding en tot het weigeren van de opheffing daarvan hebben dus rechtsgevolgen voor de leden van de raad. Daarom zijn zij belanghebbend bij deze besluiten.

Maar er kan niet in algemene zin worden uitgesloten dat ook andere (rechts)personen belanghebbend zijn bij die besluiten. Dat kan het geval zijn als (rechts)personen een zodanige betrokkenheid hebben bij stukken waarvan geheimhouding is opgelegd, dat zij door deze besluiten rechtstreeks in hun belangen worden geraakt.

In zijn uitspraak van 23 november 2016 heeft de Raad van State overwogen dat degene die verzoekt om openbaarmaking van documenten waarvan – ingevolge artikel 25 van de Gemeentewet – geheimhouding is opgelegd, als belanghebbende moet worden aangemerkt. Een verzoek om openbaarmaking van documenten waarvan geheimhouding is opgelegd, moet namelijk altijd tevens worden opgevat als verzoek om opheffing van die geheimhouding.

Dat betekent dat degene die het verzoek indient zowel belanghebbende is bij het besluit op het verzoek om openbaarmaking als bij het besluit op verzoek om opheffing van de geheimhouding.

mw. mr. Franca Damen