Wet stikstofreductie en natuurverbetering in werking
Op 1 juli 2021 treedt de Wet stikstofreductie en natuurverbetering in werking. De belangrijkste onderdelen van deze wet zijn de stikstofreductiedoelen, het programma stikstofreductie en natuurverbetering, het legaliseren van PAS-meldingen en de vrijstelling voor de bouwsector.
Bekendmakingen
De Wet stikstofreductie en natuurverbetering is op 24 maart 2021 bekend gemaakt in het Staatsblad (2021, 140). Op 18 juni 2021 is in het Staatsblad (2021, 288) bekend gemaakt dat de wet op 1 juli 2021 in werking treedt.
De Wet stikstofreductie en natuurverbetering wijzigt de Wet natuurbescherming. Daarin wordt een aantal artikelen toegevoegd. De basis voor de wetswijziging is de structurele aanpak stikstof.
Stikstofreductiedoelen
Een van de belangrijkste onderdelen van de Wet stikstofreductie en natuurverbetering ziet op de stikstofreductiedoelen. In de wet is vastgelegd dat de stikstofdepositie op stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden zo ver moet worden gereduceerd dat de stikstofdepositie:
- in 2025 in ten minste 40% van “het areaal van de voor stikstof gevoelige habitats in Natura 2000-gebieden” (stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden) de kritische depositiewaarde (KDW) niet overschrijdt;
- in 2030 in ten minste 50% van het areaal van stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden de KDW niet overschrijdt;
- in 2035 in ten minste 74% van het areaal van stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden de KDW niet overschrijdt.
Dat betekent dat de stikstofdepositie de komende jaren vergaand moet worden gereduceerd. Daarvoor zullen bronmaatregelen worden genomen. Die zullen worden opgenomen in het programma stikstofreductie en natuurverbetering.
De stikstofreductiedoelen – juridisch ‘omgevingswaarden’ genoemd – zijn resultaatsverplichtingen. Dat betekent dat de doelen moeten worden bereikt. Daarvoor kunnen maatregelen worden opgelegd. Als de maatregelen niet voldoende blijken te zijn, kunnen extra maatregelen worden opgelegd.
Programma stikstofreductie en natuurverbetering
De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit moet een programma stikstofreductie en natuurverbetering vaststellen:
- voor het verminderen van stikstofdepositie op stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden om te voldoen aan de stikstofreductiedoelen, en
- voor het bereiken van de instandhoudingsdoelstellingen voor de stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden.
Met het oog hierop moet het programma stikstofreductie en natuurverbetering ook tussentijdse doelstellingen bevatten. Die tussentijdse doelstellingen zijn – anders dan de stikstofreductiedoelen – inspanningsverplichtingen.
Over de inhoud van het programma stikstofreductie en natuurverbetering worden in het Besluit natuurbescherming verdere regels gesteld.
Dat geldt ook voor de monitoring en bijsturing. Er moet namelijk worden gemonitord of wordt voldaan aan de stikstofreductiedoelen. Ook moeten (1) de voortgang en de gevolgen van de maatregelen, die zijn opgenomen in het programma stikstofreductie en natuurverbetering, en (2) de ontwikkeling van de staat van instandhouding van de stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden worden gemonitord.
Als uit de monitoring blijkt dat met het programma stikstofreductie en natuurverbetering niet aan de stikstofreductiedoelen kan worden voldaan, moet de minister het programma wijzigen. Daarnaast moet het programma sowieso minimaal iedere zes jaar worden geactualiseerd.
Legaliseren PAS-meldingen
De Wet stikstofreductie en natuurverbetering regelt het legaliseren van PAS-meldingen. In de wet staat de wettelijke opdracht voor de minister en de provincies om PAS-meldingen en ‘PAS-berekeningen’ (activiteiten die op grond van het PAS zijn uitgevoerd en die een stikstofdepositie van maximaal 0,05 mol hadden) te legaliseren. Voorwaarde is wel dat werd voldaan aan de voorwaarden van artikel 2.12 van het Besluit natuurbescherming zoals dat gold op 28 mei 2019.
Hiermee wil de overheid invulling geven aan het rechtszekerheidsbeginsel voor bedrijven die op basis van het Programma Aanpak Stikstof (PAS) te goeder trouw hebben gehandeld.
Voor het legaliseren van PAS-meldingen en PAS-berekeningen wordt een legalisatieprogramma vastgesteld. In dit programma moeten extra bronmaatregelen worden opgenomen om de stikstofdepositie van de PAS-meldingen en PAS-berekeningen te mitigeren/compenseren. Deze bronmaatregelen komen bovenop de bronmaatregelen die nodig zijn om de stikstofreductiedoelen te behalen.
Zodra de bronmaatregelen uit het legalisatieprogramma voor een afname van stikstofdepositie zorgen, kunnen PAS-meldingen en PAS-berekeningen gelegaliseerd gaan worden.
Vrijstelling voor de bouwsector
In de Wet stikstofreductie en natuurverbetering is in een vrijstelling van de natuurvergunningplicht opgenomen voor activiteiten in de bouwsector. Die vrijstelling geldt alleen voor de aanleg-/bouwfase in de bouwsector en dus niet voor de gebruiksfase. Dit betekent dat de vrijstelling alleen geldt voor tijdelijke stikstofdepositie en niet voor permanente stikstofdepositie. Dit is verder uitgewerkt in het Besluit natuurbescherming.
Franca Damen, advocaat Damen Legal