Kritisch advies over salderen en de pelsdierhouderij

Voor een vervroegde beëindiging van de pelsdierhouderij is een wetsvoorstel voorbereid. Het kabinet was voornemens om de stikstofruimte van de pelsdierhouderij in te zetten voor andere activiteiten. Maar een kritisch advies van de Afdeling advisering van de Raad van State heeft hier een stokje voor gestoken.

Achtergrond

Vanwege de bevattelijkheid van nertsen voor het coronavirus en de daarmee gepaard gaande risico’s voor de volksgezondheid, wil het kabinet overgaan tot een vervroegde beëindiging van de pelsdierhouderij. Hiervoor is een wetsvoorstel voorbereid. Over het concept wetsvoorstel heeft de Afdeling advisering van de Raad van State (Afdeling) een advies uitgebracht. In dit advies is de Afdeling kritisch over de voornemens van het kabinet om de stikstofruimte van de pelsdierhouderij in te zetten voor andere activiteiten.

Concept wetsvoorstel

In het concept wetsvoorstel was het de bedoeling om te regelen (1) dat een pelsdierhouderij maximaal 70% van de ammoniakemissie mag gebruiken voor intern salderen en (2) dat de niet-hergebruikte ammoniakemissie van de pelsdierhouderij in het stikstofregistratiesysteem voor woningbouw en infrastructuur gaat en/of wordt gebruikt voor het legaliseren van bestaande activiteiten.

Advies Afdeling

De Afdeling heeft geadviseerd om de salderingsregeling uit het wetsvoorstel te schrappen. Daarvoor heeft de Afdeling, samengevat, de volgende redenen genoemd.

  1. Er zijn al beleidsregels over intern en extern salderen. Eventuele salderingsregels voor de pelsdierhouderij passen beter in die beleidsregels dan in deze wetgeving. Anders raakt de regelgeving over salderen versnipperd.
  2. De vrijkomende stikstofruimte komt niet ten goede aan de natuur, maar wordt gebruikt voor het stikstofregistratiesysteem of het legaliseren van bestaande activiteiten. Dit staat op gespannen voet met de Habitatrichtlijn.
  3. Pelsdierhouders zouden bij intern salderen 30% moeten afromen, terwijl andere bedrijven dat op grond van de beleidsregels over intern en extern salderen niet hoeven. Dat is een ongelijke behandeling.

Gelet op de bedoeling in het concept wetsvoorstel om de vrijkomende stikstofruimte te benutten voor andere activiteiten, is de salderingsregeling niet gericht op het verminderen van de stikstofbelasting. De salderingsregeling is op deze manier juist gericht op het in stand houden van de bestaande stikstofbelasting. Dit doorkruist de structurele aanpak stikstof, die moet leiden tot een forse stikstofreductie (vergelijk ook de stikstofreductiewaarde in het wetsvoorstel stikstofreductie en natuurverbetering). Gelet op de situatie in veel Natura 2000-gebieden staat deze werkwijze volgens de Afdeling dan ook op gespannen voet met de verplichtingen uit de Habitatrichtlijn om de situatie in die gebieden te verbeteren.

Vervolg

In het wetsvoorstel is vanwege het kritische advies van de Afdeling afgezien van de salderingsregeling. Maar dat laat onverlet dat voor de pelsdierhouderij nog wel specifieke regels opgenomen zouden kunnen worden in de (provinciale) beleidsregels over intern en extern salderen. Daarbij zal echter ook rekening gehouden moeten worden met het advies van de Afdeling. Daaruit blijkt duidelijk dat een regeling strekkende tot 30% afroming bij intern salderen een ongelijke behandeling met andere bedrijven oplevert en dat het gebruiken van vrijkomende stikstofruimte voor andere activiteiten op gespannen voet staat met de Habitatrichtlijn.

Dat leidt overigens tot de vraag welke stikstofruimte dan wel mag worden gebruikt voor het vergunnen of legaliseren van andere activiteiten. De stikstofruimte die ontstaat door de bronmaatregelen die in het kader van het programma stikstofreductie en natuurverbetering (zullen) worden getroffen, mogen daarvoor naar mijn mening niet gebruikt worden, aangezien het programma dient ter uitvoering van artikel 6, eerste en tweede lid, van de Habitatrichtlijn, en niet ter uitvoering van artikel 6, derde lid, van de Habitatrichtlijn dat ziet op de ‘natuurvergunningplicht’.

Franca Damen, advocaat Damen Legal

Stikstofruimte verleasen niet altijd verstandig

Een aantal provincies maakt sinds kort het verleasen van stikstofruimte mogelijk. Verleasen is een soort tijdelijke vorm van extern salderen en is alleen mogelijk voor activiteiten die tijdelijk, en dus niet permanent, stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden veroorzaken. Het verleasen van stikstofruimte is echter niet altijd verstandig.

Wat is verleasen?

Verleasen is een soort tijdelijke vorm van extern salderen. De saldogevende activiteit moet de feitelijk gerealiseerde capaciteit tijdelijk geheel of gedeeltelijk aantoonbaar buiten gebruik stellen ten behoeve van het verlenen van een natuurvergunning voor de saldo-ontvangende activiteit. De saldo-ontvangende activiteit mag alleen tijdelijk stikstofdepositie veroorzaken. Gedurende welke periode de saldo-ontvangende activiteit stikstofdepositie veroorzaakt, moet vooraf zijn afgebakend.

Verleasen is dus alleen mogelijk bij activiteiten die tijdelijk stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden veroorzaken en niet bij activiteiten die permanent stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden veroorzaken. Het zal daarom veelal gaan over activiteiten die alleen in de aanleg-/bouwfase stikstofdepositie veroorzaken en niet in de gebruiksfase.

Voorwaarden voor verleasen

Voor verleasen gelden in de basis dezelfde voorwaarden als voor extern salderen. Alleen hoeft de capaciteit die tijdelijk buiten gebruik wordt gesteld, niet definitief onmogelijk te worden gemaakt (wat bij extern salderen wel verplicht is).

Verder gelden de volgende voorwaarden bij verleasen.

  1. Een natuurvergunning op basis van verleasen kan worden verleend voor tijdelijke deposities van maximaal twee jaar. De provincie kan deze termijn verlengen als de provincie dat voor een project noodzakelijk acht.
  2. Er moet een directe samenhang bestaan tussen het tijdelijk buiten gebruik stellen van de toestemming van de saldogevende activiteit en het verlenen van de natuurvergunning voor de tijdelijke saldo-ontvangende activiteit.
  3. De saldogever en saldo-ontvanger moeten een overeenkomst sluiten en aan de provincie sturen, waarin:
    1. het tijdelijk buiten gebruik stellen van de saldogevende activiteit wordt gewaarborgd gedurende de looptijd van de natuurvergunning voor de tijdelijke saldo-ontvangende activiteit;
    2. de saldogever verklaart in te stemmen met een tijdelijke beperking van zijn toestemming.
  4. De saldo-ontvanger moet de start- en gereedmelding van de periode waarin de saldo-ontvangende activiteit wordt uitgevoerd, aan het bevoegd gezag melden.
  5. De saldo-ontvangende activiteit mag pas starten nadat de saldo-ontvanger bij het bevoegd gezag heeft gemeld dat de saldogevende activiteit is gestaakt.

De voorwaarden zijn er dus vooral op gericht dat is gewaarborgd dat de saldogevende activiteit en de saldo-ontvangende activiteit niet tegelijkertijd/dubbel gebruik maken van dezelfde stikstofruimte.

In welke provincies is verleasen mogelijk?

Verleasen is op dit moment mogelijk in de provincies Noord-Brabant, Zeeland, Gelderland en Overijssel (vanaf 15 oktober 2020).

Wanneer is verleasen niet verstandig?

Het verleasen van stikstofruimte zal voor veel bedrijven die hun feitelijk gerealiseerde capaciteit niet volledig benutten, aantrekkelijk klinken. Het verleasen van stikstofruimte is echter niet altijd verstandig. Dit kan namelijk leiden tot een (definitieve) lagere referentiesituatie voor saldogevende bedrijven. Dat geldt voor bedrijven die niet over een natuurvergunning of omgevingsvergunning milieu en/of natuur beschikken, maar alleen over een melding ingevolge het Activiteitenbesluit.

Bij verleasen moet het tijdelijk buiten gebruik stellen van de toestemming van de saldogevende activiteit namelijk worden gewaarborgd. Daarvoor wordt die toestemming tijdelijk beperkt. Bij een melding ingevolge het Activiteitenbesluit is een tijdelijke beperking alleen mogelijk met een nieuwe (ingeperkte) melding. Als het saldogevende bedrijf op een later moment (bijvoorbeeld aan het einde van de verleaseperiode) weer een nieuwe melding moet doen om weer van de volledige ruimte gebruik te kunnen maken, dan zal de ingeperkte melding als referentiesituatie gelden.

Het verleasen van stikstofruimte kan bij bedrijven die alleen over een melding ingevolge het Activiteitenbesluit beschikken, dus leiden tot een beperking van bestaande rechten. Daarom is verleasen niet in alle situaties verstandig.

Franca Damen, advocaat Damen Legal